Wat willen we bereiken?
Een goed gebruikte, goed onderhouden, klimaatbestendige en toegankelijke openbare ruimte, die aansluit op de wensen van nu. Bij vervanging sluiten we aan bij de maatschappelijke opgaven en ambitie zoals ook vermeld in het Bestuursakkoord.
Binnen de kapitaalgoederen openbare ruimte zijn verschillende beheergroepen aanwezig. Deze zijn in onderstaande tabel opgenomen met de kentallen voor areaalomvang, onderhoudskosten per eenheid en jaarbudget.
Beheergroep | Areaal 2024 | eenheden | kengetal onderhoud | budget 2024 |
---|---|---|---|---|
groen excl. bomen | 10.980.194 | m2 | € 0,88 | € 9.665.600 |
Bomen | 90.369 | st. | €19,03 | € 1.719.820 |
Speelvoorzieningen | 3.397 | st. | € 370.71 | € 1.259.290 |
Meubilair | 75.552 | st. | € 19,18 | € 1.449.310 |
Verhardingen | 9.454.067 | m2 | € 0,71 | € 6.699.140 |
Reiniging | 20.454.067 | m2 | € 0,33 | € 6.687.390 |
Civieltechnische kunstwerken | 131.318 | m2 | € 14.77 | € 1.940.020 |
Openbare Verlichting | 38.020 | st. | € 67,93 | € 2.582.590 |
Verkeersregelinstallaties | 98 | st. | € 10.236,22 | € 1.003.150 |
Riolering | 835.183 | m1 | € 5,94 | € 4.962.860 |
Water en Havens | 5.687.510 | m2 | € 0,52 | € 2.959.860 |
Totaal | € 40.929.030 |
Hoe gaan we dat doen?
Een duurzame en klimaatbestendige openbare ruimte is de norm bij het in stand houden van onze kapitaalgoederen in deze openbare ruimte. Met de (extra) vergroeningsopgave bevorderen we de biodiversiteit, reduceren we de CO2 in de lucht, vangen we fijnstof af en gaan we hittestress tegen. Ons robuuste water- en rioolsysteem zorgt ervoor dat het hemelwater en afvalwater gescheiden wordt verwerkt en dat we wateroverlast tegengaan. We verduurzamen en verslimmen de openbare verlichting, zodat we de lichtbehoefte op een duurzame wijze aan kunnen passen aan het gebruik van de openbare ruimte op dat moment, binnen de kaders van leefbaarheid en veiligheid.
Voor het onderhoud van alle kapitaalgoederen in de openbare ruimte geldt dat dit plaatsvindt binnen de in de begroting opgenomen financiële ruimte.
Door het zoveel mogelijk combineren van projecten maken we een kwaliteitsslag vanuit de noodzakelijke vervangingsopgaven. Dat doen we gebiedsgericht waar het kan en op straatniveau waar het moet. Onze inwoners en ondernemers kunnen hierin meedenken binnen de bestaande beleidskaders.
We combineren verschillende onderhoudsactiviteiten en hierdoor ook verschillende financieringsbronnen (waaronder ook subsidies). Door de verschillende activiteiten te combineren beperken we de overlast voor onze inwoners en lopen we de vervangingsachterstand in.
Bij vervanging hanteren we het principe dat ‘vervangen geen automatisme is’. De openbare ruimte is immers met de inzichten van pakweg 40 jaar geleden aangelegd. We kijken met de kennis van nu naar de toekomst. We stimuleren om materialen nu en in de toekomst zoveel mogelijk te hergebruiken, en sluiten aan bij de circulaire opgave waar we de komende jaren voor staan. Samen met de marktpartijen experimenteren we bij herinrichtingen of en welke materialen zich daarvoor goed lenen. Circulariteit wordt daarmee steeds vaker in projecten meegenomen.
Wat gaan we ervoor doen?
We actualiseren jaarlijks het Meerjaren Uitvoeringprogramma Openbare Ruimte (UPOR). Bij de programmering en prioritering van projecten, voor groot onderhoud en vervanging, maken we een integrale afweging. Naast maatgevende criteria als veiligheid en kapitaalvernietiging worden daarbij ook maatschappelijke factoren meegewogen. Met het opstellen van gebiedspaspoorten brengen we kansen in beeld om bij herinrichting de ambities op het gebied van klimaatadaptatie te realiseren (o.a. vergroening, tegengaan van wateroverlast en hittestress). Het beleidsplan Groen en Klimaat Bestendig en het beleidsplan Water & Riolering vormen daarbij het vertrekpunt.
We betrekken inwoners en belanghebbenden bij (her)inrichten en vervangen van de openbare ruimte, zodat kansen worden benut om de openbare ruimte meer toegankelijk en uitnodigend te maken voor ontmoeting, spel en bewegen. Door participatie toe te passen vergroten we de betrokkenheid van inwoners bij hun directe woon- en leefomgeving. De bestaande beleidskaders zijn daarin leidend.