De GGD Hart van Brabant wijdt een aparte paragraaf in haar begroting aan weerstandsvermogen en risicobeheersing. De belangrijkste risico’s worden vermeld en toegelicht, inclusief een inschatting van het risicobedrag en de kans waarin een risico zich kan voordoen. Vanaf 2022 is er een risicobedrag van € 1,5 miljoen (ondergrens) tot 5,2 miljoen (bovengrens) ingeschat wat door de algemene reserve gedekt zou moeten worden. Het gaat dan met name om: · Hoge inflatie en koststijgingen verminderen (kans zeer groot- impact zeer groot €2,4 miljoen). De hoge inflatie werkt inmiddels door in zeer forse stijgingen van de personeelskosten (CAO-stijgingen) en de materiele kosten (aanpassing van nieuwe inkoopcontracten en in de jaarlijkse prijsaanpassing van lopende afspraken). De GGD krijgt via de indexeringssystematiek (van de gemeente Tilburg) compensatie voor deze loon- en prijsstijgingen. De indexering loopt, met een vertraging, uiteindelijk gelijk met de werkelijke stijging van lonen en prijzen. Het verschil tussen de begrote indexering en werkelijke stijging wordt onder normale omstandigheden opgevangen in de exploitatie of via de algemene reserve. Het verschil is nu dusdanig groot dat de financiële gevolgen van de nieuwe CAO in 2023 (ca. € 2,3 miljoen) niet opgevangen kunnen worden vanuit de algemene reserve zonder daarbij door de ondergrens (€ 1,5 miljoen) te zakken. Ook gemeenten hebben te maken met dit soort kostenstijgingen. Het kabinet voegt in 2023 extra geld toe aan het gemeentefonds en stelt hiermee een inflatiecorrectie beschikbaar. Deze compensatie is ook bedoeld ter dekking van de hogere kosten van gemeenschappelijke regelingen waardoor dit risico kleiner wordt. Voor de gemeente ’s-Hertogenbosch gaat het om een incidentele bijdrage van €144.209. · Informatiebeveiliging onvoldoende op orde (kans groot- impact groot € PM) Dit risico blijft gelijk. De afhankelijkheid van de IT-infrastructuur groot. Investeringen zorgen ervoor dat gegevensbescherming en informatiebeveiliging structureel verbeteren en in 2024 wordt het NEN 7510 certificaat aangevraagd. · Onvoldoende binden en boeien van medewerkers (kans groot-impact groot € PM) Het risico dat medewerkers op cruciale functies vertrekken. Er wordt aandacht besteed aan opleiding, ontwikkeling en arbeidsomstandigheden. Dit risico wordt, door de schaarste op de arbeidsmarkt, groter. · Niet meer kunnen voortbestaan van de GGD in de huidige vorm (kans middel groot- impact zeer groot) De coronacrisis leidt tot andere sturing bij crises (van infectieziekten). Dit risico wordt beperkt door beter samen te werken met GGD’s en andere instellingen. · Indexering gemeentelijke bijdrage (kans middel groot- impact zeer groot € PM) Het risico dat gemeenten zich niet kunnen vinden in de (afgesproken) indexering. De noodzaak wordt telkens onder de aandacht gebracht.. · Niet invulbare vacatures op vitale functies (kans groot- impact groot € PM) Het is soms moeilijk om vacatures in te vullen voor vitale functies, wat kan leiden tot achterstanden in het primaire proces. Ondanks gerichte acties, lukt het niet altijd vacante vacatures tijdig in te vullen. · Hoog ziekteverzuim (kans groot- impact middel groot € 0,9 miljoen) Dit kan leiden tot achterstanden in en druk op (een deel van de) diensten. Er wordt ingezet op vitaliteit van medewerkers en zo nodig worden doelen bijgesteld. · Fluctuaties in omzet plustaken (kans middel groot- impact groot € 1 miljoen) De omzet van plustaken kan veranderen zonder dat de GGD de organisatie hierop kan aanpassen. We beperken dit risico door actief accountmanagement. De algemene reserve is in 2024 met € 2,2 miljoen groot genoeg voor het dekken van de risico’s. De (bestemming) reserves en voorzieningen zijn toereikend voor de dekking van de risico’s en andere onverwachte ontwikkelingen. Naar verwachting wordt de gemeentelijke inwonerbijdrage 2024 aangepast, als gevolg van het nieuwe CAO akkoord en de daarmee gepaarde gaande incidentele bijdrage van €144.209. |